Bijdrage ChristenUnie-fractie bij de Perspectiefnota 2007

maandag 29 mei 2006

De statenfractie van de ChristenUnie Overijssel houdt altijd de vinger aan de pols. Zo zijn we het gewend en zo blijven we het doen. Ook nu weer bij de Algemene Beschouwingen van de Perspectiefnota 2007. De gehele uitgesproken tekst tijdens de Provinciale Staten vindt u hieronder.

Meneer de voorzitter,
 
De Perspectiefnota 2007, opmaat voor de begroting 2007, is de laatste die deze staten zullen behandelen. De P-nota 2008 zal immers verschijnen wanneer de nieuwe staten zijn geïnstalleerd.
Deze Algemene Beschouwingen zijn dan ook de laatste van deze staten.
Tijd dus voor een korte terugblik om vervolgens lijnen uit te zetten voor dit laatste jaar van deze PS en dat in het licht van verdere gewenste ontwikkelingen.
Wij hebben als ChristenUnie ook even teruggekeken naar onze uitgangspunten in 2003 en ons de vraag gesteld: waar staan we nu?
Wij maakten ons zorgen over de individualisering, het materialisme en de verruwing van de samenleving. Vanuit een bijbelse visie, samengevat in de twee geboden God liefhebben en de naaste als jezelf, pleitten wij toen voor een samenleving die meer in balans is.
Wij gaven aan dat bezieling en zingeving meer nadruk moesten krijgen dan pragmatisme en regelgeving. Dat zou ook het leidende principe moeten zijn om de afstand tussen burgers en de overheid te verkleinen.
Hoewel je kunt constateren dat er meer aandacht is voor religie in de samenleving betekend dat nog niet dat er een terugkeer is naar de woorden van God, waarvan één van de psalmen zegt: Gelukkig de mens die vreugde vindt in de wet van de HEER en zich verdiept in zijn wet. 
Helaas moet je vaststellen dat begrippen als eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid in de samenleving eerder leiden tot: zorg goed voor jezelf en tot vereenzaming in de samenleving. De directeur van het Leger des Heils wees daar kort geleden nadrukkelijk op.
 
Wij zijn ervan overtuigd dat begrippen als samenleven en samenwerken en ook samen leven en werken fundamentele uitgangspunten zijn en daarom is de ChristenUnie de laatste gemeenteraadsverkiezingen ingegaan met de leus “Voor elkaar”. Een leus die ondermeer uitgewerkt is met de volgende woorden:
Mensen zijn geen eilandjes. Zij staan niet op zichzelf. Zij functioneren pas goed sámen met anderen. Pas in het samen leven en samen werken komen mensen echt tot hun recht. Dat besef is in onze maatschappij op de achtergrond geraakt.
Een samenhangende samenleving wordt gedragen door goede relaties tussen mensen in gezin of buurt, maar ook tussen werkgever en werknemer, tussen politici en burgers, tussen zorgverlener en zorgvrager, en ook tussen mens en natuur.
 
Wij schreven in 2003 dat de provinciale overheid “actief en oplossingsgericht te werk moet gaan” en daarbij “transparant en open” behoort te zijn.
Wij kunnen constateren dat er wat dat betreft belangrijke vooruitgang is geboekt.
Terecht geven GS in de P-nota de nodige aandacht aan wat is bereikt en wat nog gedaan moet worden. GS constateren dat er veel is gebeurd in uitvoering van beleid, maar dat het zichtbaar worden van maatschappelijke effecten meer tijd vergt dan aanvankelijk was voorzien. In dat opzicht waren de ambities niet altijd even realistisch.
Extra middelen zijn dus nodig, zo constateert GS voor de periode 2006 en 2007. Echter ook vorig jaar werd € 46 miljoen extra ingezet en ook via het actiefonds zijn vele miljoenen extra beschikbaar gekomen.
Hoewel we in kunnen stemmen met het principe van meerjarig financieel beleid, roept het toch de vraag op of GS zich nog wel afrekenbaar vindt en waarop dan wel?
 
We willen in deze algemene beschouwingen nog inzoomen op een drietal punten: 1.Ouderenbeleid
2.Landelijk Gebied.
3. Economie en mobiliteit.
 
Ouderenbeleid.
Eén en andermaal is er door ons op gewezen dat we onvoldoende visie herkennen in het ouderenbeleid en terecht is er dan ook een debat gevoerd in Deventer naar aanleiding van een motie van CDA, VVD en ChristenUnie. Het debat stond in het teken van wonen en zorg voor ouderen in de toekomst.
Het resultaat is terug gelegd bij de fracties en we moeten er naar onze stellige overtuiging ook iets mee. De PvdA kwam dan ook in de vorige statenvergadering met de motie over wonen voor allochtonen. Wij hebben die motie gesteund, maar gaven ook aan dat we het een deelprobleem vinden van een breder ouderenbeleid.
Wij zijn van mening dat een provinciaal ouderenbeleid meer dient te omvatten dan alleen wonen en zorg, hoewel dit uiteraard belangrijke aspecten zijn.
Ook de Rekenkamer geeft aan dat het van belang is dat de provincie een koppeling maakt tussen de uitkomsten van het contact met burgers en de invloed hiervan op de door de provincie gemaakte beleidskeuzes.
Om tot een integraal en op de toekomst gericht ouderenbeleid te komen is het van belang dat in elk geval de volgende onderwerpen worden meegenomen:
-          Vrijwilligerswerk, ouderen zijn daarin een onmisbare schakel in de samenleving
-          Mogelijkheden om door te werken
-          Mantelzorg en thuiszorg en de daarbij horende infrastructuur
-          Subsidiëring van woningaanpassingen
-          Comfortabele en betaalbare ouderenwoningen, kortom een meersporig woonbeleid
-          Domotica
-          Wachtlijsten voor verzorgings- en verpleegtehuizen
-          Hospice voorzieningen
Kortom reden genoeg om op dit punt nader met elkaar in debat te gaan.
De ChristenUnie zal, hopelijk breed gesteund, GS vragen een startnotitie voor te bereiden. Een motie hierover willen we bij de statenbehandeling van de P-nota indienen.
 
Landelijk gebied.
Het landelijk gebied staat dit jaar volop in de schijnwerpers.
De afgelopen drie jaar zijn in onze Provincie omvangrijke projecten in gang gezet zoals de Reconstructie, ontwikkelingsplanologie, aandacht voor Ruimtelijke Kwaliteit, by-pass IJsseldelta.
De Nota Ruimte en de Wet Investeringsbudget Landelijke Gebied met de komende Wet op de Ruimtelijke Ordening vormen de landelijke dragers van dit beleid.
Voor onze provincie staan naast de genoemde projecten een groot aantal ambitieuze uitdagingen te wachten:
  1. het invoeren en doorvoeren van het Investeringsbudget Landelijk Gebied, met een verdieping van het Gebiedsgericht Werken.
  2. het komen tot een nieuw Provinciaal Omgevingsplan, waarvoor de startnotitie eind 2006 wordt aangeboden. Hierin zullen de nieuwe beleidsontwikkelingen een plaats moeten krijgen.
  3. het verlenen van de eerste provinciale omgevingsvergunningen in 2008. een stevige klus in het kader van de deregulering
 
De ChristenUnie duidt het geheel van deze ontwikkelingen positief. Het bestuur komt dichter bij het grondvlak te liggen, er komt meer openheid en er is meer aandacht voor de specifieke kenmerken van een gebied of sector.
De provincie krijgt de regie over het landelijke gebied . Hoe gaan we die taak oppakken?
Een tweetal vragen willen we hierbij niet uit de weg gaan;
de eerste betreft de houding Provincie / Gemeente.
Wij hebben in de commissie Ruimte en Groen al eens opgemerkt dat de verhouding tussen Provincie en Gemeente de achillespees van het nieuwe beleid in het landelijk gebied is.
Het gaat daarbij om Loslaten of vasthouden, zoals daarover ook onlangs op het Overijsselse VNG congres is gesproken. Is het ook breed de mening van de staten dat de bestuursstijl van de Nota Ruimte, namelijk decentraal wat kan, centraal wat moet, ook betekent gemeentelijk wat kan, provinciaal wat moet? En wat houden we dan centraal? En hoe sterk gaan we ons hierop profileren?
de tweede vraag betreft de vormgeving van het beleid.
Het gebiedsgericht werken zal de komende jaren toenemen. Hoe betrek je de bewoners en eigenaren van een gebied erbij? Via de Provinciale debatten? Via een Plattelandsparlement?
En hoe ga je om met de inbreng van organisaties als Verenging voor Plaatselijk Belang, ouderenorganisaties, dorpsraden, enz.? Hoe organiseer je deze inbreng van burgers en organisaties vanuit de provinciale verantwoordelijkheid zodanig dat begrippen als gelijkwaardigheid, herkenning en erkenning daarin centraal staan?
Een goed voorbeeld was de inbreng van de bewoners van Kamperveen. Zij konden gebruik maken van de professionele informatie van het Projectteam en vonden hun inbreng ook weer terug in de definitieve plannen.
 
Economie en mobiliteit
Meer werkgelegenheid realiseren dan het landelijk gemiddelde, dat zal ons niet lukken, ondanks de inzet die op dit terrein gepleegd word. Tenzij in 2006 en begin 2007 de situatie drastisch verandert, zal het college hier negatief op scoren.
We kunnen landelijke, Europese en globale ontwikkelingen niet naar onze hand zetten. In die zin past nuchterheid en realiteitszin bij het formuleren van ambities.
Bereikbaarheid is een belangrijke factor om de economie in Overijssel te versterken. Verkeersveiligheid, zo zegt GS, is daarbij een conditio sine qua non. De recente ongelukken op de A1 hebben duidelijk laten zien hoe provinciale- en gemeentelijke wegen dichtslibben door afsluiting van rijkswegen. Vooral in en om de netwerksteden. Wat moet daar gebeuren:
Voor de korte termijn denken we aan dynamisch verkeersmanagement en een optimale inzet van openbaar vervoer.
Voor de langere termijn zijn structurele oplossingen nodig. Daarvoor moeten gebiedsgerichte netwerkanalyses uitgevoerd worden. Deze analyses zijn gebaseerd op een gigantische database van vrijwel alle vervoersbewegingen in het gebied van deur tot deur. Die kunnen we intelligent inzetten. Creatieve en innovatieve oplossingen zullen daarom zeker aan de orde zijn en in de beoordelingen meegenomen moeten worden.
De netwerkanalyses in de stedendriehoek laten zien dat knelpunten op de A1 en in de omliggende grote steden in 2020 eerder groter dan kleiner zullen zijn. Daarom zal het vervoer over water een extra impuls moeten krijgen. Bovendien ontdekken Duitse ondernemers in toenemende mate dat het goedkoper is containers via de combiterminal in Hengelo over water naar Rotterdam te laten gaan in plaats van over de weg. Wij pleiten voor een versnelde oplossing van de knelpunten in het Twentekanaal, waarbij de sluizen bij Eefde en voorbeeld zijn.
Een aantal ondernemers op de industrieterreinen aan de A35 in Hengelo en Enschede hebben een gezamenlijk innovatief plan gemaakt over ongehinderd goederenvervoer met aansluiting op de combiterminal in Hengelo. Als extra voordeel kan genoemd worden dat de ontsluitingswegen van Hengelo en Enschede met de A35 worden ontlast, terwijl er duidelijke milieuvoordelen te behalen zijn door de reductie van het aantal vrachtautokilometers.
We begonnen dit gedeelte met de constatering dat het moeilijk is op provinciaal niveau de economie en daarmee de werkgelegenheid te verbeteren. Met een netwerkanalyse kunnen we de waarde van het innovatieve plan van de Twentse ondernemers over een betere verkeer- en vervoersafwikkeling nog beter toetsen. Is het stimuleren van dit soort plannen nou niet bij uitstek een kans voor de provincie om de werkgelegenheid te verbeteren?
Wij denken van wel!!!
 
 

« Terug

Archief > 2006 > mei

Geen berichten gevonden