Inbreng Renate van der Velde bij debat Provinciaal Programma Landelijk Gebied

boerderij.jpgdonderdag 23 februari 2023

Op 22 februari 2022 bespraken Provinciale Staten het Provinciaal Programma Landelijk Gebied. In dit plan is opgeschreven hoe de provincie gaat werken aan het oplossen van de problemen op het gebied van stikstof, natuur en klimaat. Onze fractievoorzitter sprak bij de behandeling in PS de volgende woorden uit.

"In 2019 werd zonneklaar dat de stikstofproblematiek maar op één manier opgelost kan worden, namelijk door vermindering van de uitstoot.

Toch staan we hier, vier jaar later, en is er van die werkelijke oplossing nog weinig terechtgekomen. En dat is bijzonder zorgelijk. Voor de natuur in de eerste plaats. Stikstofuitstoot en afname van de biodiversiteit staan in een directe relatie tot elkaar. Wanneer de biodiversiteit afneemt neemt de kwaliteit van leven op onze aarde ook onherroepelijk af. De schade in de natuur is uiteindelijk schadelijk voor ons mensen.
Juist daarom valt het ons College te prijzen dat zij als eerste provinciebestuur de plannen voor het PPLG naar Den Haag gestuurd heeft. Daaruit blijkt een hoog urgentiebesef.
En ook als het over de inhoud van het PPLG gaat is onze fractie uitgesproken positief. De combinatie van de doelen stikstof, water en klimaat én de sociaal-economische kwaliteit van het platteland én een goed toekomstperspectief voor bedrijven is een hele sterke.
De notie dat alle sectoren bijdragen is voor de ChristenUnie een belangrijk uitgangspunt. Feitelijk komt dat erop neer dat we met alle inwoners samen de problemen op moeten lossen. Bijvoorbeeld doordat we de échte prijs voor ons voedsel gaan betalen. Dat gaan we deels via ons belastinggeld doen, door het belonen van ecosysteemdiensten. En deels gewoon in de winkel, omdat producten door extensivering van de bedrijfsvoering over het algemeen duurder worden.

De ChristenUnie vindt dit hele goede plannen. Wat niet wegneemt dat de uitvoering taai zal zijn. Verandering is altijd taai, vooral omdat dit een periode van onzekerheid met zich meebrengt. Die onzekerheid kunnen we het beste maar zo kort mogelijk houden.
Daar hebben we het Rijk voor nodig, zoals GS in de stukken haarfijn aangeeft. Als bijvoorbeeld niemand weet wat de normen voor extensivering zijn, waar moet je dan op sturen?
Maar daar moeten we als provincie ook zelf stappen in zetten. Het rekken van de moeilijkheden dient helemaal niemand. Het helpt de natuur niet, het helpt de dringend nodige woningbouw niet, het helpt de verbreding van een dodenweg niet en niet in de laatste plaats: het helpt de boeren al helemaal niet. Want je kunt geen bedrijf op de toekomst inrichten als je niet weet wat die toekomst is. Je kunt geen financiering voor nieuwe ontwikkelingen krijgen als je niet aan de bank kunt vertellen welke toekomst de agrarische sector in jouw gebied heeft.
En toch staat er helemaal op het einde van het PPLG de volgende zin: We hebben minimaal tot 2035 tijd nodig, waarbij er een reëel risico is dat er meer tijd nodig blijkt voor de definitieve realisatie.
Die zin getuigt juist níet van voldoende urgentiebesef. Al 12 jaar van tevoren trapt GS op de rem. Onze fractie vindt dat ongelooflijk. Het hele land staat al vier jaar op de rem. En daar dan doodgemoedereerd nog méér dan 12 jaar bij optellen. Dit gaat ten koste van alle mensen die naarstig op zoek zijn naar duidelijkheid over hun toekomst. Het lijkt alsof dit getreuzel de boeren helpt, maar in feite helpen onze meelevende tranen de boeren geen steek verder.

Nog een ander kritisch punt. En dat is de betrokkenheid van PS bij deze plannen. PS werd begin januari verrast door het feit dat GS zonder overleg het PPLG en de landbouwvisie naar Den Haag stuurde. Het statenvoorstel dat nu voorligt is achteraf in elkaar geknutseld om PS nog een rol te geven.
Aanvankelijk was onze fractie daar niet eens zo negatief over. Het leek ons goed dat Overijssel het voortouw nam richting Den Haag. En dat vinden we nog steeds. Maar intussen is gebleken dat andere provincies nog helemaal niet in beweging zijn gekomen. Er was dus prima tijd geweest om PS ordentelijk mee te nemen.
Verder bleek in de commissie dat de gedeputeerde niet van zins is PS een goede rol te geven bij het ontwerp-PPLG dat voor 1 juli verstuurd moet worden en ook niet bij de landbouwvisie. De landbouwvisie zou al in 2022 aan PS worden voorgelegd, maar werd zonder PS-besluit naar Den Haag gestuurd. Het is eigenlijk te gek voor woorden dat we de moties van D66 nodig hebben om deze onzorgvuldige gang van zaken te repareren.

Voorzitter, ik eindig positief. Want er is altijd hoop. Ik noem de samenwerking die in Overijssel al heel lang heel gewoon is, wat onder andere vorm krijgt in Samen Werkt Beter. Die manier van werken geeft ons een enorme voorsprong. Het past ook bij Overijssel. Eerst even mopperen en desnoods een poosje tegenstribbelen, maar uiteindelijk toch constructief met elkaar om tafel en zoeken naar oplossingen.
Verder noem ik de voorfinanciering die Overijssel doet voor de uitvoeringskosten en het Anticiperend grondfonds van 100 mln. We doen daarmee wat we kunnen om de gebiedsprocessen tot een succes te maken. Het is zeker niet gemakkelijk, maar deze provincie loopt niet voor de opgaven weg. Daar kunnen we trots op zijn!"

« Terug