Reactie op "Regeringsverklaring"

donderdag 26 juni 2003

de ChristenUnie fractie teleurgesteld in deze magere ‘regeringsverklaring’ van het nieuwe college. Dat geld vooral voor de speerpunten die onze fractie verder uitgewerkt zou willen zien, te weten: preventie in de zorg, duurzaam veiligheidsbeleid, zorg voor het milieu, bereikbaarheid en het scheppen van een werkgelegenheid die beter is dan het landelijke gemiddelde.

Perspectiefnota 2004



De eerste vraag die ik mij stelde was: wat is het karakter van deze nota?
De beantwoording van die vraag is relevant om vast te kunnen stellen met wie wij vandaag dit eerste belangrijke debat na de verkiezingen voeren in het kader van de dualistische verhoudingen.

De inhoud van de nota doet het meest denken aan een verder uitgewerkt onderhandelings-akkoord Ruimte voor Actie. Immers de onderwerpen zijn vrijwel de zelfde en vooral het financiële plaatje is identiek met het financiële overzicht in het onderhandelingsakkoord. Zo beschouwd zou de vraag van GS aan de coalitie kunnen zijn: hebben wij uw bedoelingen goed begrepen en goed ingevuld.
Echter, de Perspectiefnota wordt door het nieuwe college van GS aan PS aangeboden. De nota moet dus beschouwd worden als (en ik gebruik nu een landelijke term) de regeringsverklaring van het college van GS aan de Staten van Overijssel. Met andere woorden: deze nota is de eerste confrontatie tussen het college en de gehele staten met als centrale vraag: Is wat in deze nota wordt voorgesteld een goede neerslag van het beleid dat wij in deze statenperiode willen voeren?
Wij voeren dus een debat met het college en met elkaar. Wat dat betreft is het toch vreemd dat het college achter mijn rug zit bij dit debat, net alsof ze er niet bijhoren.

Had van deze nota, als “regeringsverklaring” niet meer verwacht mogen worden? Had van het college niet verwacht mogen worden dat het, vanuit de eigen duale verantwoordelijkheid, niet alleen een meer uitgewerkt onderhandelingsakkoord had geproduceerd, maar een bredere collegevisie had neergelegd voor het beleid voor de komende jaren?
In hoofdstuk 3 over de beleidsthema’s wordt daar wel een aanzet toe gegeven, maar in de uitwerking in hoofdstuk 4 blijven veel zaken onbenoemd en worden slecht die zaken genoemd die al in het onderhandelingsakkoord staan.

Onduidelijk blijft daarbij hoe dit beleid zich verhoudt met bestaand beleid. We zullen dus moeten wachten tot de begroting in dit najaar om werkelijk te kunnen zien wat de effecten van het nieuwe beleid zijn op het bestaande beleid. Een conclusie die door een groot deel van de PvdA fractie wordt gedeeld, zo las ik op de web-site van collega Frank Weijen

De ChristenUnie is benieuwd naar de uiteindelijke plannen voor de
Reconstructie en daarmee samenhangend de Rood voor Rood regeling.
We zijn blij dat ons verzoek om de behandeling van de plannen te vervroegen gesteund is door de VVD en dat er op 1 september een extra Commissievergadering over de Reconstructie komt. Daarom reageren we nu alleen op de financiële kant.
Er wordt voor de Reconstructie in 4 jaar een bedrag uitgetrokken van 43 miljoen EURO. Waar gaat dat bedrag aan besteed worden? Welke keuzes liggen hieraan ten grondslag? Wat zijn de meetbare effecten bij de indicatoren die op pagina 44 van de nota worden genoemd? Hoe staat het met de 3 Overijsselse pilot-bedrijven in het kader van het urgentieprogramma uit het krokusakkoord? Welke financiële bijdrage levert de provincie hieraan?
Voor 2004 geldt een bedrag van ruim 10 miljoen EURO , waarvan EURO 5 miljoen verkregen wordt door nog beschikbaar cofinanciering Regioconvenant en 1,25 miljoen EURO uit Herrichten budgetten. Een kleine 4 miljoen wordt dus als Nieuw Beleid door de provincie beschikbaar gesteld. Dat lijkt een behoorlijk bedrag, maar we kunnen op dit moment niet nagaan of het overeenkomt met het ambitieniveau van de Reconstructieplannen. Over de hoogte van de Rijksbijdrage zijn - voor zover wij weten – nog geen bedragen bekend. Onze fractie beschouwt op dit moment de genoemde bedragen als minimaal noodzakelijk en zal de benodigde financiën te zijner tijd in overeenstemming met het ambitieniveau beoordelen. We weten ons hierbij gesteund door het Regeerakkoord Balkenende 2 waarin letterlijk staat:
“de ambities en wensen ten aanzien van de reconstructieplannen moeten in evenwicht gebracht worden met de financiële middelen; de consequenties zullen niet afgewenteld worden op de agrarische bedrijven.”

Wij vragen GS bij de begroting voor 2004 hierover meer helderheid te geven.

De tekst in hoofdstuk 3 over de Rood voor Rood regeling vindt geen financiële vertaling in hoofdstuk 4. Daaruit blijkt dat de Provincie hiervoor geen eigen middelen beschikbaar stelt. Dat valt ons tegen. De benodigde bedragen moeten alleen door de gemeenten opgehoest worden. Hoe denkt u bij de gemeenten voldoende draagkracht te vinden nu de aanpak van de contingentering is verlaten? Kunt u hun financiële bijdrage eventueel juridisch afdwingen? Worden boeren zo niet erg afhankelijk van de medewerking van de gemeenten?
Voor het Reconstructiegebied wilt u nog wel 1 miljoen voorfinancieren. Hoeveel stallen denkt u te daarvoor te slopen? Uitgaande van de kosten van € 85.300 (sloop en vervangingswaarde) per 1000 m² (deze bedragen komen uit de hoofdlijnen notitie Rood voor Rood nov 2002) komt onze fractie op 11,7 eenheden. Hoe verhoudt zich dat met de aankondiging in Overijssels Buiten nr 5 (juni 2003) : daar lezen we:
”dat de Provincie het slopen van de stallen wil bevorderen en er een vergoeding voor wil geven en dat naar verwachting eind dit jaar boeren zich kunnen aanmelden voor deelname aan de sloopregeling?
Dit wekt toch verwachtingen die de beschikbare 1 miljoen wel eens ver te boven zouden kunnen gaan. Zeker waar de Provincie Overijssel in het verleden niet heeft meegedaan aan de Tweede tranche van Ruimte voor Ruimte en de financiële situatie in de intensieve veehouderij ronduit slecht is. Kunt u die verwachtingen honoreren?

Bent u bereid het bedrag voor de voorfinanciering van sloop in het kader van de reconstructie te verhogen met name voor de intensieve veehouderijbedrijven? Dit zou als gunstig neveneffect kunnen hebben dat het reconstructieproces vlot op gang komt.

Bovendien, hoe is het eigenlijk afgelopen met de bijdrage van de vijf Grote Steden en Steenwijk en Hardenberg voor de eerste Tranche van Ruimte voor Ruimte? Wanneer
kunnen we de bedragen tegemoet zien? Heeft dit nog (nadelige) effecten voor deze perspectiefnota?

Dit brengt mij dan meteen op het onderwerp woonvisie.
Uit de Perspectiefnota blijkt dat in de woonvisie rekening moet worden gehouden met vele facetten: kwaliteit, economische ontwikkelingen, rood voor rood, om maar enkele te noemen.
De criteria waar gemeenten aan moeten voldoen zullen worden vastgelegd in een streekplanwijziging, zo begrijpen wij. Zo lang daarover geen helderheid is valt moeilijk te beoordelen hoe groot de bewegingsvrijheid wordt voor bestuurskrachtige gemeenten.
Het college schrijft: Samen met gemeenten, woningbouwcorporaties en burgers willen wij op basis van maatschappelijke behoeften en ontwikkelingen (daaronder vallen dan ook economische ontwikkelingen, naar ik aanneem) zoeken naar oplossingen die bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit. Een interessante zin, maar het roept wel de stelling op dat realisering nog wel enige tijd op zich laat wachten. Een rol wordt hierbij toebedeeld aan het in te stellen projectenfonds, door mij de vorige keer al een ‘speeltje van GS’ genoemd. Hoe groot moet dit fonds worden?
Terecht is door het CDA een vraag gesteld over de kaders voor dit projectenfonds. Vooralsnog is mijn fractie van mening dat, na de vorig jaar ingestelde Algemene dekkingsreserve, het niet nodig is weer een aparte reserve in te stellen. Dit past niet in de visie om het aantal reserves zo klein mogelijk en daardoor overzichtelijk te houden.

In hoofdstuk 4 wordt een serieuze poging gedaan om beleid op te bereiken effecten voor 2004 en 2005 te formuleren. Wij zijn daar blij mee, maar constateren tegelijk dat de effecten lang nog niet altijd echte SMART zijn gedefinieerd en voor de langere termijn ontbreken. Een duidelijk voorbeeld is de paragraaf over ‘investeren in zorg’ en de paragraaf ‘geïnspireerd door cultuur’. Maar ja, als gedeputeerde Kristen in Overijssel.nl laat weten dat hij eigenlijk nergens op af te rekenen is dan stimuleert dat zijn eigen ambtenaren ook niet om nu eens goed na te denken over meetbare doelstellingen.
De pilot over ‘bereikbaarheid’ in het kader van de programmabegroting komt er niet voor niets.

De vraag is ook hoe actueel en uitdagend de te bereiken effecten zijn. Een voorbeeld daarover. Twee weken geleden liet Raillion weten dat het marktaandeel van de spoorbedrijven in het totale transport over land in de periode 1999-2002 gegroeid was van 16,4 naar 20 % en dat dit ten koste was gegaan van het wegvervoer. Volgens de Perspectiefnota wordt het aandeel railvervoer geschat op 1 %, maar in het geheel wordt niet genoemd waar we op welk moment uit willen komen.

Een ander voorbeeld waarbij ik me afvraag of we wel de juiste informatie hebben gekregen.
In de beantwoording van de vraag van het CDA over de werkgelegenheid in de toeristische sector staat het getal van 25.000 arbeidsplaatsen in 2005. Dit staat ook als streefgetal in de begroting voor 2003. In de Perspectiefnota wordt de doelstelling aangegeven om in 2007 26.500 arbeidsplaatsen te hebben in deze sector. Ervan uitgaande dat de 25.000 gehaald zal worden, wat niet zeker is, betekent dat dat er in 2006 en 2007 totaal 1500 arbeids-plaatsen bij moeten komen. Dat is een doelstelling die aardig wat groter is dan nu verwoord in de Perspectiefnota.

Bij de bespreking van het onderhandelingsakkoord hebben wij een motie ingediend om de in deze bestuursperiode gewenste maatschappelijke effecten meer inhoud te geven. De coalitiepartijen hebben daarop positief gereageerd. We hadden verwacht dat in hoofdstuk 3 van de Perspectiefnota de inhoud van onze motie verwerkt zou worden, maar hebben daar weinig van terug gevonden. Op welke manier zal de inhoud van onze motie toch nog verwerkt worden?

Met betrekking tot verkeer en vervoer is de nota buitengewoon teleurstellend. Waar in hoofdstuk 3 bij bereikbaarheid nog wel goede dingen worden gezegd over bijvoorbeeld infrastructuur en openbaar vervoer is in de financiële paragraaf sprake van een versobering van het PVVP.
Om het nieuwe beleid financieel rond te krijgen zijn forse ruimtescheppende maatregelen en ombuigingen noodzakelijk. In de Perspectiefnota wordt nu gedeeltelijk duidelijk waar de klappen vallen. De sector Verkeer en Vervoer moet een sterke ader laten, 6,8 miljoen minder voor de wegencategoriseringsprojecten uit het PVVP en 4,5 miljoen minder voor brede infrastructuur. Totaal 11,3 miljoen minder. Voegen we de onttrekking van 3,8 miljoen uit de gelden voor de N348 daar nog bij, dan komen we voor Verkeer en Vervoer op een bezuiniging van € 15,1 miljoen. We vragen het college dan ook op welke manier zij de door de collegepartijen gedane toezegging zoals verwoord in onze motie: “een aantoonbare toename van de verkeersveiligheid” denkt te realiseren. Voor integrale veiligheid wordt totaal € 99.000 uitgetrokken. We kunnen niet anders dan concluderen dat veiligheid helaas geen hot item meer is in de provincie. Is het college van mening dat veiligheid bij de burger ook geen hot item meer is?
Als we verder bedenken dat er heel wat geld nodig is om het openbaar vervoer enigszins op peil te brengen en dat daar geen extra geld voor uitgetrokken wordt, dan vragen we ons af op welke manier het college de gedane toezegging in onze motie om “een aanzienlijke kwalitatieve en kwantitatieve verbetering van het openbaar vervoer” waar denkt te maken.

Voor een belangrijk deel blijft echter onduidelijk wat de beleidsmatige consequenties zijn van de beëindiging van beleid zoals verwoord in paragraaf 4.7. Wij gaan er vanuit dat de begroting voor 2004 dat duidelijk gaat aangeven, zodat de staten een realistische afweging kunnen maken tussen oud en nieuw beleid.

De ChristenUnie fractie vindt het onacceptabel dat de indexering van de subsidies éénmalig op 0 % wordt gezet. Al eerder is door meerdere fracties in deze staten vastgesteld dat de indexering sterk achterloopt bij de stijging van de werkelijke (loon)kosten, zodat gesubsi-dieerde instellingen met de budgetten steeds minder voor de burgers kunnen doen. Wij geven u dringend in overweging deze maatregel niet door te voeren en bij de begroting voor 2004 zo nodig met een andere oplossing te komen voor deze structurele ruimte van 1,15 miljoen EURO.
De meevallende bezuiniging op het provinciefonds kan hiervoor wellicht de ruimte bieden.

In het kader van de teruglopende economie vinden we het ook onjuist om het investerings-klimaat te verslechteren door de indexering van de investeringen los te laten. Wij raden het college ernstig aan dit te heroverwegen.

Bereikbaarheid en economie hebben alles met elkaar te maken. Wellicht heeft het college dat ook gedacht bij het bedenken waar het geld vandaan moest komen bij de ruimteschep-pende maatregelen en ombuigingen. We vragen ons af of de nieuwe initiatieven om de economie te stimuleren niet voor een belangrijk deel weer teniet gedaan worden door deze bezuinigingen. Temeer als we bedenken dat de sector Verkeer en Vervoer ook al de nodige klappen moet verwerken. We leven in een tijd waarin Nederland de afgelopen jaren economisch gezien slechter is gaan presteren t.o.v. de ons omliggende landen. Denkt het college dat met dit beleid u de ondernemers een goede kans biedt het tij te keren en hebt u hiertoe al de nodige signalen van de ondernemers zelf ontvangen? Gelooft u overigens zelf nog in uw ambitie: “een werkgelegenheidsontwikkeling die beter is dan het landelijke gemiddelde”?

We vinden het vreemd dat ten aanzien van milieu geen ambities zijn geformuleerd. Ook niet in het onderhandelingsakkoord. Gaat het dus goed met het milieu en zijn er geen echte handhavingsproblemen meer? Of worden die vanzelf door de nieuwe wetgeving opgelost?

De jeugdzorg dragen wij een warm hart toe en dat geldt ook voor het college, gelet op de teksten in de Perspectiefnota. En toch hebben wij twijfels als we letten op de financiële vertaling. Alleen in 2004 staat een bedrag van 750.000 EURO. De ChristenUnie fractie schat dat de wachtlijsten dan nog niet zullen zijn weggewerkt. De nieuwe wet op de Jeugdzorg, die er hopelijk per 1 januari 2004 is zal zeer waarschijnlijk als uitgangspunt hebben het Recht op- zorg. Verwacht mag worden dat dat zal leiden tot een toenemende vraag en een toename van de wachtlijsten. We dringen er op aan dat het college op dit punt ook met nadere voorstellen zal komen bij de begroting 2004 en niet voor het vervolgbeleid alles te verwachten van een betere efficiency, hoe belangrijk overigens efficiëntie is.

Voorzitter,
Ik rond af, er zou nog meer te noemen zijn.
Samenvattend is de ChristenUnie fractie teleurgesteld in deze magere ‘regeringsverklaring’ van het nieuwe college. Dat geld vooral voor de speerpunten die onze fractie verder uitgewerkt zou willen zien, te weten: preventie in de zorg, duurzaam veiligheidsbeleid, zorg voor het milieu, bereikbaarheid en het scheppen van een werkgelegenheid die beter is dan het landelijke gemiddelde.

« Terug

Archief > 2003 > juni

Geen berichten gevonden