Steun voor landbouwmanifest ChristenUnie

boerderijdonderdag 22 april 2021

Hoe kan de provincie de boer helpen in tijden van stikstofproblematiek en melkprijzen die steevast onder druk staan? ChristenUnie Overijssel ziet met een boerengrondbank een mooie kans voor de provincie om agrariërs te steunen in de transitie naar kringlooplandbouw. De partij kwam in het najaar met een manifest om de landbouwsector te helpen extensiveren. Kortgezegd: meer grond per dier. “En die grond is schaars, daarom willen wij dat de provincie via een fonds gronden langjarig ter beschikking stelt. Vooral dat laatste is van groot belang zodat een boer de tijd heeft om in de kwaliteit van de gronden te investeren”, stelt Renate van der Velde, fractievoorzitter van ChristenUnie Overijsel. Het manifest is goed ontvangen en ook partijen als LTO en Staatsbosbeheer zien kansen met zo’n boerengrondbank.

“Wij willen onze bijdrage leveren in de transitie naar kringlooplandbouw. Er wordt veel gevraagd van de sector: de biodiversiteit moet groter, droogte moet worden tegengegaan en de stikstofuitstoot moet naar beneden. Op de markt voor agrarische prijzen heeft de provincie niet direct invloed en Europa en het Rijk maken het landbouwbeleid. Maar de provincie kan wel degelijk een bijdrage leveren. Zoals met het langjarig beschikbaar stellen van extra grond tegen economisch gunstige voorwaarden”, betoogt Van der Velde. Zij wil liefst af van de kortjarige pachtconstructies zoals die nu bestaan in de provincie. “Kringlooplandbouw vraagt een grondgebonden werkwijze. Het kost tijd om toe te werken naar bijvoorbeeld situaties van blijvend grasland of het verminderen of stoppen van het gebruik van kunstmest.”

Rek eruit

Carla Evers, vertrekkend bestuurder van LTO Noord staat ‘positief gezind’ tegenover het plan van de ChristenUnie. “Voor de boeren liggen momenteel veel opgaven op tafel en voor elke opgave hebben we grond nodig. Dat is ook precies wat wij schrijven in onze Grondvisie 2021.”

Als belangenbehartiger van de agrarische sector benadrukt Evers dat de meeste boeren echt wel mee willen in de transitie naar natuur-inclusieve landbouw. Maar om met de helft van je veestapel een inkomen te houden is volgens Evers niet mogelijk. “Je kunt niet groen doen als je rood staat. Als sector hebben we de laatste twintig jaar al veel gedaan. Er is minder vee, er wordt steeds meer biologisch geboerd en er is meer aandacht voor voedselveiligheid. Maar nu is de rek eruit. De laatste decennia staan alle agrarische prijzen onder druk en de kostprijzen gaan omhoog door wet- en regelgeving”, stelt Evers vast.
Tijd en betere voorwaarden zijn volgens haar nodig voor de boer om succesvol een omslag te maken. “Dit plan voor een grondbank is een heel mooi voorbeeld hoe de boer te helpen met extensiveren.”
Belangrijke motivatie om als provincie -en als gehele maatschappij- de boer te hulp te schieten is het landschapsbeheer. Evers: “Willen wij het platteland leefbaar houden, dan hebben we de boeren echt nodig. Zij zijn van oudsher dé landschapsbewakers. Maar als er geen boeren meer zijn in het buitengebied, wie onderhoudt dan het buitengebied?

 

Pilot

Behalve de boer zijn natuurlijk ook verschillende natuurbeheerders bij dat onderhoud betrokken. En steeds vaker trekken boer en boswachter ook gezamenlijk op. Staatsbosbeheer heeft alleen in Overijssel al vijfhonderd pachters. Landelijk is de organisatie bovendien bezig met een pilot met veertig betrokken agrariërs. “We zijn op zoek naar ondernemers die op hun eigen grond bezig willen gaan met natuur-inclusieve landbouw. Als tegenprestatie krijgen de boeren een stuk grond tegen een acceptabele pachtprijs”, vertelt Herman Brink, Hoofd Staatsbosbeheer Overijssel.
De pilot heeft duidelijk overeenkomsten met het ChristenUnie-plan van de boerengrondbank. “Ik ben overtuigd dat de pilot goed gaat werken. Wij zoeken landbouwers die direct bij een natuurgebied van ons wonen. Idee is dat de bedrijfsvoering op die boerderijen meer richting een gesloten kringloop gaat. Het liefst zien we dat er geen kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt worden, en toegewerkt wordt naar kruidenrijke akkers en graslanden. Of een ondernemer dat wil, en hoe, dat is uiteraard aan de ondernemer. De melkgift of de aanwas van vleesvee gaat daardoor wel naar beneden, wat ook vraagt om een extensievere invulling. Door langjarig een behoorlijke oppervlakte grond, tegen een redelijke pachtprijs, onderdeel van het bedrijf te maken hoeft de landbouwer minder intensief te produceren op eigen grond om toch een renderend bedrijf te houden. Met deze maatregelen gaat bovendien de stikstofuitstoot omlaag.” 

 

Samen verantwoordelijk

Brink is enthousiast over het ChristenUnie-manifest. “Het is zelfs de vraag of dat veel moet kosten. Er is al de nodige grond in beheer bij overheden die hiervoor ingezet kan worden. Wellicht zijn er vormen van kavelruil nodig waardoor je de boer geschikte grond kan aanbieden.”
Brink doet een oproep aan overheden, bedrijven en natuurbeheerders als de zijne om gezamenlijk werk te maken van de transitie van de boerenbedrijven. “De problemen voor de agrarische sector vragen om een integrale benadering. Wij moeten allemaal voorkomen dat de landbouwers en veetelers het zelf moeten oplossen.”
Renate van der Velde kan daar alleen maar mee instemmen. “Als maatschappij zijn we zelf verantwoordelijk voor de omvorming van de landbouw. Wij hebben toegestaan dat er steeds fabrieksmatiger geproduceerd wordt, op alle fronten. Want dat geldt net zo goed voor bijvoorbeeld de kledingindustrie. Daarom moeten we nu ook met z’n allen de verantwoordelijkheid nemen om de omslag te maken. Dus niet meer voor de goedkoopste producten gaan in de winkel, maar ook willen betalen voor wat verantwoord is geproduceerd.”

« Terug