‘Waarom krijgen bedrijven minder subsidie voor een stageplek van een MBO-er dan voor een HBO-er?

Afbeelding schoolgebouw greijdanus.jpgmaandag 01 februari 2021

Verschil is te groot vindt de ChristenUnie

“Waarom krijgen MKB-bedrijven 10.000 euro subsidie voor een HBO-er en 1500 euro voor een MBO-er van de provincie Overijssel?”, wil ChristenUnie-statenlid Jan Westert weten. Hij vindt dat verschil te fors. “Bovendien is de arbeidsmarkt weer ruimer aan het worden en treedt er toch al snel verdringing op. Daarvan moet juist de minder hoogopgeleiden als eerste de rekening betalen. Westert wil juist meer aandacht voor de stageplekken van MBO-ers en jongeren die juist extra begeleiding behoeven bij het vinden van een vaste plek op de arbeidsmarkt. Dan past in zijn visie het verschil in subsidie niet. Daarover heeft hij vragen gesteld aan het college van Gedeputeerde Staten.

Jongeren aan het werk helpen en bedrijven aan gekwalificeerd personeel om straks sterker uit de crisis te komen, is een belangrijke pijler in het arbeidsmarktbeleid van de provincie. De ChristenUnie ondersteunt die lijn van harte. Juist jongeren perspectief bieden tijdens en na de huidige coronacrisis is van groot belang. De provincie Overijssel heeft daartoe een subsidieregeling, waarbij MKB-bedrijven subsidie kunnen ontvangen van 10.000 euro als zij een HBO-of universitair afgestudeerde jongere in dienst nemen. Voor een stageplek van een MBO-student kan 1500 euro worden verkregen en voor de begeleiding van iemand met een beroepsbegeleidende leerweg 5000 euro subsidie.

De ChristenUnie wil graag van GS een nadere verklaring voor de hoogte en de voorwaarden van de bedragen. De arbeidsmarktsteun moet wat de ChristenUnie betreft juist zijn gericht op schakels die de meeste moeite zullen hebben om een plek op de arbeidsmarkt te veroveren.  De subsidiebedragen vallen nu ten gunste van goed opgeleide HBO’ers en universitair geschoolden uit.

Namens de fractie heeft Jan Westert de volgende vragen gesteld:

1. Kloppen de bedragen, zoals de ChristenUnie deze gelezen heeft op de provinciale website en zorgen deze bedragen niet voor een ongelijke behandeling op basis van opleidingsniveau? Waarom is er bijvoorbeeld geen subsidiebedrag voor het in dienst nemen van een MBO-er?

2. In welke mate wordt er van de subsidie voor HBO- en universitairgeschoolden gebruik gemaakt door het MKB?  Zijn er aantallen te geven? En in hoeverre wordt er gebruik gemaakt van de regeling voor MBO en beroepsbegeleidende leerweg? Maakt het onderscheid in subsidiebedragen ook uit voor het benutten van de regeling?

3. Kan de provincie ook aangeven of de subsidie voor hoger opgeleiden leidt tot verdringing op de arbeidsmarkt? Immers bij een ruim aanbod voor hoger opgeleiden komen zijn een nog betere uitgangspositie t.o.v. de MBO-er.?

4. Hoe reageren MKB-ondernemers op de subsidieregeling? Zijn zij voldoende op de hoogte van de regelingen en hoe ervaren zij de hoogte van de subsidies?

4. Op welke wijze wordt de regeling geëvalueerd en kan PS daarover worden gediend met een brief over de werking van de regelingen, waarbij ook nader wordt ingegaan op het onderscheid in bedragen en voorwaarden.

« Terug