Sybren Stelpstra

Sybren Stelpstra

Waarom wil je statenlid blijven?

In de afgelopen periode ben ik 4 jaar burgerlid geweest met daarna bijna 4 jaar Statenlid. De ervaringen daarmee wil ik graag voortzetten, omdat ik heb kunnen bijdragen aan beleidsterreinen, zoals financiën en energie en milieu, bouwen aan relaties in de Staten en netwerken met de achterban, dan wel belangenorganisaties.
Ik wil me graag inzetten voor de samenleving, om die te dienen. Daarin de kiezers te vertegenwoordigen en politiek voeren vanuit christelijke principes.
Op provinciaal niveau ben je bezig met verbindingen, in materiele en immateriële zin. Materieel in zin van de infrastructuur (wegen, vaar- en spoorverbindingen) en immaterieel in de samenleving, tussen mensen en organisaties, inclusief gemeenten. Als statenlid kun je daar in bijdragen door mee te beslissen over de kaders, zodat anderen daar in participatieve zin een eigen invulling kunnen geven.

Wat hoop je te bereiken de komende vier jaar en met welke onderwerpen uit het programma?

Energietransitie
Ik hoop te kunnen bijdragen aan een versnelde energietransitie en een verbeterd klimaatbeleid. Daarbij wil ik graag aandacht geven aan de 5 I’s

  1. Implicaties voor de omgeving (Ruimtelijke kwaliteit w.o. : Zonnedaken/gevels en -velden, windmolens, opslag, geo- en aquathermie, etc.).
  2. Infrastructuur en de inpassing daarvan (elektriciteits- en warmtenetten),
  3. Inspraak, het draagvlak en eigenaarschap van de inwoners o.a. door cooperaties.
  4. Innovatie van nieuwe vormen van besparing en opwekking
  5. Implementatie en regie daarvan door de provincie.


Bestuur
In de politiek is een heersende “elite” die op basis van de macht van het getal kijkt naar eigen belangen, waaronder het bereiken van geluk en verwerving van inkomen door eigen prestaties. Groepen en individuen die dit geluk of het geld niet hebben verkregen uiten hun onvrede en neigen zich naar het populisme te keren. Ik hoop mee te kunnen werken aan een tolerante samenleving door niet alleen het materialisme op de voorgrond te houden maar ook aandacht bij meerderheidsbesluiten te vragen voor groepen die het minder hebben. Democratie is niet alleen de helft plus één, maar een samenleving vormen waarin rekening wordt gehouden met diverse wensen en belangen. Waarin alle mensen aan bod kunnen komen.

Welke ervaring wil je delen als het gaat om een provinciaal thema?

Ik ben gepassioneerd voor de omslag van fossiele naar duurzame energiebronnen. Willen we echte rentmeesters zijn dan gaat het niet om de rente (geld) maar om een meester te zijn in de balans van behoud en gebruik van de natuur, de schepping.
Elke manier van vervuiling/verspilling wil ik daarin zo snel en effectief als mogelijk doen opruimen. Ik heb daarin bijgedragen door middel van in meerderheid aangenomen moties aandacht te vragen voor:
• een infrastructuur waarin vraag en opwekking van energie dicht bij elkaar komt te liggen;
• draagvlak en participatie te creëren bij de bouw van opwekkingsbronnen (zonnevelden en windmolens);
• de kernpartners uit te breiden met waterschappen en woningcorporaties;
• bij beleidsvelden een duuzaamheids- en participatieparagraaf op te laten nemen;
• educatie voor nieuwe energie te bevorderen;
• met een actieplan te komen voor circulaire economie;
• een schadeprotocol bij winning uit kleine gasvelden;
• de versnelling van de energietransitie.

Al deze moties dienden de 5 I’s te ondersteunen, zoals genoemd onder 2.
Ik wil vooral aandacht geven aan besparing van energie betekent dat er minder energie opgewekt hoeft te worden. Daar ligt dan ook de eerste prioriteit bij beleid en uitvoering. Besparen voorkomt opwekken. Het is financieel vaak meer rendabeler dan opwekking en daarmee de meest duurzame vorm van energie.
Daar waar energie of warmte opgewekt gaat worden ligt volgens mij de bron idealiter zo dicht mogelijk bij het afnamepunt en bij voorkeur in beheer van de afnemer(s). Waar dit niet mogelijk is kan collectieve opwekking bijdragen aan de energiebehoefte. In die collectiviteit participeren de afnemers zoveel als mogelijk, zodat zij niet alleen lasten, maar ook de lusten krijgen.
Opwekking van energie wordt zoveel mogelijk ingepast bij/op gebouwen en in de bebouwde omgeving, zodat zo min mogelijk kostbare landbouwgrond gebruikt hoeft te worden. Dit vereist een integrale visie waarin aspecten van de omgeving en infrastructuur van opwekking en transformatie in kaart worden gebracht op basis van behoeften en opwekkingsbronnen.
Gemeenten en regio’s zijn daarin sturend, de provincie neemt een regisserende rol in. Een stapsgewijze, geïntegreerde en opbouwende benadering verdient daarin de voorkeur, in plaats van het opstarten van enkel van elkaar losstaande projecten.
Door een integrale en stapsgewijze opbouw van de energietransitie kan de participatie van inwoners worden bevorderd en kunnen inwoners individueel of collectief eigenaar worden van hun eigen energieopwekking en opslag. De provincie moet oog houden voor een slagvaardige voortgang en samenwerking van alle partners, inclusief de waterschappen.z

Wat vind je bijzonder aan Overijssel of een bepaalde streek van Overijssel?

Overijssel heeft een landschappelijk karakter, afwisselend met landbouwgrond omzoomd met hout- en boomwallen en bos en heidegrond. Karakteristiek daarin zijn de Kop van Overijssel met Giethoorn, de Sallandse heuvelrug met Hellendoorn en Holtense berg, het Vechtdal met bosrijk gebied van Ommen en Hardenberg en het Twentse deel met haar glooiend landschap (Tubbergen, Vasse, Dinkelland). Daarin is de Sallandse heuvelrug echt de rug, ruggengraat van Overijssel. Zij biedt een wijds uitzicht over het westen en het oosten van de provincie. Prachtige heidevelden afgewisseld met bosschages bieden daar rust en ruimte. De Sallandse heuvelrug is voor Overijssel, wat de Veluwe voor Nederland is.