Jan Westert
Waarom wil je statenlid blijven?
Ik ben acht jaar fractievoorzitter geweest van de ChristenUnie Overijssel, twee keer lijsttrekker. Ik vind het belangrijk dat er op plek nummer 1 een jongere iemand komt, die die rol wil overnemen. De ChristenUnie Overijssel is gezegend met jongere kandidaten. En met Renate van de Velde hebben we een uniek talent. Ik doe graag stap je achteruit om haar voorrang te geven. Mijn inbreng zal ik blijven leveren en daarmee kan ik de ChristenUnie Overijssel nog dienen. De provinciale politiek is mij dierbaarder geworden dan ik aanvankelijk dacht. We hebben twee periodes aan het College van GS mogen deelnemen. Dat is een prima uitgangspunt om doelen te kunnen halen. Maar ik hou er ook van om goed naar de oppositie te luisteren. De coalitie heeft de wijsheid niet alleen in pacht.
Wat hoop je te bereiken de komende vier jaar en met welke onderwerpen uit het programma?
Ik hoop de komende periode mij opnieuw in te zetten voor de regionale economie. Het gaat in deze periode veel meer om de kwaliteit van de economie; duurzaamheid, circulaire economie, sociaal ondernemerschap en aandacht voor een sterke arbeidsmarkt. Bij die thema’s voel ik mij als een vis in het water.
De ChristenUnie is een voorstander van een coöperatief bestuur. De burger moet invloed hebben op het beleid en het mee kunnen vormgeven. De afgelopen periode hebben we daarop ingezet. Die bestuurlijke vernieuwing is nodig. Politiek moet dienstbaar zijn aan de burgers. We roepen veel over ‘participatie’, maar we moeten ook lef hebben om los te laten en geloof hebben in de samenleving. Overijssel kent veel noaberschap. Daar hou ik van en dat is beter dan veel ‘populistische kretologie’, waarbij alleen wordt gezegd wat fout is, maar geen enkele oplossing wordt aangedragen.
Mijn laatste punt is cultuur. Overijssel heeft een rijke geschiedenis. De Hanze steden, de Twentse textiel, de Moderne Devotie. De steden kennen veel historie. Vertel mij een stad die mooier is dan Deventer, eigenlijk een moderne netwerkstad die al in de Middeleeuwen is vormgegeven.
Welke ervaring wil je delen als het gaat om een provinciaal thema?
Wat mij betreft is dat het ‘1000-ouderenplan’. Veel ouderen hebben te weinig kans op een baan. De provincie heeft zich op basis van een motie van de ChristenUnie daarvoor ingezet. Later is dat plan verruimd tot een 1000-kansenplan. Dat vind ik van die initiatieven die er toe doen.
Dat geldt ook voor de spoorlijn Almelo-Hardenberg. Die moet als de hazewind worden geëlektrificeerd. Weg met die oude dieseltreinen, vervuilend en slecht werkend. Een motie van de ChristenUnie kreeg algemene steun. Die spoorlijn moet trouwens worden doorgetrokken naar Groningen. Wil je de streken langs de oostgrens nieuwe kansen bieden, is het nodig om te investeren in verbindingen. Krimp en vergrijzing moet je oppakken als een nieuwe uitdaging, niet als iets wat je overkomt.
Wat vind je bijzonder aan Overijssel of een bepaalde streek van Overijssel.
Overijssel kent veel buitengewone streken. Het Vechtdal heeft mijn hart en in het bijzonder het gebied bij de Reest. Dat is wel het meest ondergewaardeerde riviertje van ons land, maar zorgt voor een buitengewoon mooi gebied. Maar ik ben niet helemaal objectief, want mijn opa woonde er! O ja, dat was aan de Drentse kant.