Energie besparen en duurzaam opwekken
“De ChristenUnie vindt dat we in Overijssel én energie moeten besparen én duurzaam moeten opwekken”
Overstappen op schone, duurzame energie is voor de ChristenUnie een speerpunt. Maar dit moet samengaan met energiebesparing. Door minder energie te verbruiken verlagen we de CO²-uitstoot én we betalen minder. De energie die we nodig hebben, kan naar ons idee het beste zo dicht mogelijk bij de gebruikers opgewekt worden. Ons ideaalplaatje is dat bestaande en nieuwe woningen hun eigen energie opwekken, bijvoorbeeld via zonnepanelen en warmtepompen. Daar waar dat lastig te realiseren is, zou het mooi zijn als burgers de handen ineen slaan in collectieven, die de kosten én opbrengsten delen.
Om ervoor te zorgen dat de overstap naar schone, duurzame energie niet uitdraait op allemaal losse projectjes, willen wij dat de provincie overzicht houdt en een plan van aanpak heeft voor de energieopwekking in de provincie. In zo’n plan moeten de volgende punten aan bod komen:
- Energiebesparing krijgt volop aandacht. De industrie in de provincie moet een deel van deze besparing voor zijn rekening nemen. Doel is dat in 2023 het energieverbruik in Overijssel met 20 procent is gedaald. Nieuw te bouwen en bestaande woningen en panden worden zoveel mogelijk energiezuinig gemaakt. Woningbouwverenigingen moeten hieraan meedoen. In de bouw en installatietechniek worden vakmensen opgeleid op het gebied van duurzame energie.
- Om de CO²-uitstoot tegen te gaan, zet de provincie in op het afbouwen van de fossiele brandstoffen. Bij nieuwe en bestaande gebouwen wordt de gasaansluiting vervangen door bijvoorbeeld aardwarmte. Leidingen en netwerken voor de transport van warmte mogen geen CO²-uitstoot veroorzaken. De hoeveelheid gas die in Overijssel nog opgepompt wordt, neemt niet verder toe. Voor de gasvelden in onze provincie moet bovendien een schadeprotocol opgesteld worden, vergelijkbaar met Groningen. Verder stimuleert de provincie zoveel mogelijk het gebruik van schone brandstoffen voor het wegvervoer, vliegverkeer en de binnenvaart. Het vrijkomen van CO² in de landbouw, door het vergaan en verzakken van veenbodem, wordt bestreden.
- Bij het besparen van energie en het terugbrengen van de CO²-uitstoot geeft de provincie zelf het goede voorbeeld. De gebouwen van de provincie moeten uiterlijk in 2030 klimaatneutraal zijn, terwijl de hele organisatie in 2040 klimaatneutraal moet zijn.