De dalende veenweidegebieden
“De ChristenUnie vindt dat veengebieden nat moeten blijven voor de veiligheid en minder CO2”
Grond die verzakt - daarbij denken we al snel aan de gaswinning in Groningen. Toch heeft Overijssel ook gebieden die verzakken. Dat zit zo. Een deel van de provincie heeft veengrond. Dit veen werd ooit afgegraven voor de turf, dat indertijd als brandstof diende. Vandaag de dag zijn deze deels afgegraven veengebieden voornamelijk weilanden. Dat is een probleem, want weilanden mogen niet te nat zijn, anders worden ze drassig. Dus houden we het grondwater laag. Maar… veen moet juist wél nat blijven, anders droogt het op. En door het opdrogen vergaat het: het oxideert. Het gevolg is dat de bodem verzakt en daarbij komt CO2 vrij.
De gevolgen zijn groot: het verzakken van de bodem beschadigt gebouwen en wegen en zorgt voor onveilige situaties. Onderwijl draagt de CO2 die vrijkomt, bij aan de klimaatverandering. Als ChristenUnie vinden we dat de verzakking van de veenbodem de aandacht moet krijgen die het verdient. Boeren en bewoners moeten kunnen meepraten over de aanpak van de bodemdaling. Zo kan per gebied een plan van aanpak worden gemaakt om de daling te stoppen. Onderwaterdrainage kan een oplossing zijn. Een ondergronds systeem zorgt er dan voor, dat een gebied nat genoeg blijft, met name in drogere periodes. Ook kan worden geëxperimenteerd met het nat houden van gebieden, om er riet te kunnen telen of andere gewassen die op natte grond gedijen. Het telen van veenmos kan de bodem misschien zelfs weer laten stijgen.