De weg naar duurzame landbouw

De weg naar duurzame landbouw

“De ChristenUnie vindt dat duurzame landbouw en veeteelt onvermijdelijk is”

Landbouw en veeteelt kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het stoppen van de klimaatverandering. Het is niet de vraag óf, maar hóé we de landbouw en veeteelt moeten vernieuwen. Als ChristenUnie houden we daarom een pleidooi voor duurzame landbouw. Allereerst om een rijk planten- en dierenleven in stand te houden: de zogeheten biodiversiteit. Boeren kunnen niet zonder een hoge mate van biodiversiteit. Een rijk bodemleven zorgt voor vruchtbare grond en een verscheidenheid aan insecten is nodig om gewassen te bestuiven. Helaas neemt het aantal insecten en insectensoorten zienderogen af. En dan hebben we het nog niet over het opraken van grondstoffen, de volksgezondheid en het dierenwelzijn.

Duurzame landbouw is in onze optiek: kringlooplandbouw. Dat betekent dat boerenbedrijven zo weinig mogelijk afval en schade aan het milieu en klimaat veroorzaken, maar de natuur juist versterken. Zo blijft het produceren van voedsel ook in de toekomst mogelijk. Ons ideaalplaatje van kringlooplandbouw bestaat uit de volgende aspecten:

  1. Boeren zijn zelfvoorzienend. Dat houdt in dat het voedsel voor het vee van eigen land komt en dat mest kan worden uitgereden op de eigen grond. Behalve binding met de eigen grond, is binding met de regio belangrijk. Boeren gaan meer voedsel leveren aan hun eigen regio, het liefst rechtstreeks aan de consument. Om dat te kunnen doen, gaan ze samenwerken in coöperaties en via streekmarkten. Dit plaatje past bovendien bij de cultuur van familie-boerenbedrijven in Overijssel. Op boerderijen die van vader op zoon (of dochter) worden overgedragen is -behalve ondernemerschap- veel liefde voor de streekcultuur en de grond waarop gewoond en gewerkt wordt. Dit is waardevol.
  2. Op boerenbedrijven gaat de productie van voedsel hand in hand met natuurbeheer. Op boerderijen is ruimte voor (wilde) natuur. Boeren krijgen vergoedingen voor natuurbeheer of bijvoorbeeld het creëren van opvanggebieden voor water. Ook worden zij gesteund wanneer zij experimenteren met duurzame landbouw, of bijdragen aan een rijker planten- en dierenleven. Robotisering en het gebruik van moderne technologie in de landbouw vormen geen belemmering, zolang zij bijdragen aan kringlooplandbouw.
  3. De landbouw heeft zo weinig mogelijk negatieve gevolgen voor het milieu. Het gebruik van gifstoffen wordt tot het minimum beperkt. Om het stikstofprobleem aan te pakken, rijden boeren minder mest uit en kiezen zij voor veevoer zoveel mogelijk van eigen grond. Ook de glastuinbouw wordt duurzamer. Kassen stappen over van aardgas op aardwarmte. Overtollige energie uit de glastuinbouw wordt geleverd aan particulieren of bedrijven.
  4. Het specifieke ‘karakter’ van de landschappen waarin boeren actief zijn, wordt beschermd.  Uitbreiding van boerderijen -dus: schaalvergroting- wordt alleen toegestaan wanneer duurzaamheid, dierenwelzijn en de volksgezondheid er niet onder lijden.
  5. Boeren verdienen een eerlijk inkomen met hun bedrijf. Dat is niet meer dan logisch, zij hebben immers een onmisbare taak door te zorgen voor voedsel. Jonge boeren krijgen steun vanuit de provincie, als voedselproducenten van de toekomst.

Een ommezwaai naar kringlooplandbouw kost tijd. Gelukkig zijn er al verschillende boeren in de provincie die vernieuwend bezig willen zijn. Als ChristenUnie breken we er een lans voor dat deze ondernemers en initiatieven ondersteund worden, zodat we van hun ervaringen kunnen leren.

Terug naar wat wij vinden, klik hier