Onze reactie op het coalitieakkoord
Door Renate van der Velde, fractievoorzitter, een nieuw coalitieakkoord. Daar is het dan, na wekenlang praten en onderhandelen. In de eerste plaats dank aan de formateurs. Het moet een hele klus geweest zijn deze vijf partijen op één lijn te krijgen. Onze fractie hoopt van harte dat hun werk de basis heeft gelegd voor een stabiel Overijssels bestuur, waarin mensen elkaar vertrouwen.
Dan over het akkoord zelf. Enerzijds kunnen we concluderen dat een groot deel van de goede dingen die de provincie al deed gewoon doorgaan. Ik noem belangrijke zaken als de Nedersaksenlijn, het programma Natuur voor Elkaar, het tegengaan van laaggeletterdheid, water en bodem sturend als leidend principe, et cetera et cetera. Collega Brink noemde dat een compliment naar de vorige coalitie en daar heeft hij gelijk in.
Maar er is ook een andere kant. In het hoofdstuk over natuur en landbouw ontbreekt bijvoorbeeld een gezamenlijke urgentie om de grote problemen met de natuur en het klimaat aan te pakken. Er wordt wel gesproken over “grote opgaven”, maar nergens wordt duidelijk wat die opgaven zijn. Sterker nog, er wordt openlijk getwijfeld aan alles wat er al bekend is over de staat van de natuur. Deskundigen en een gerenommeerd instituut moeten dat speciaal voor deze coalitie allemaal nóg een keer gaan opschrijven. Gaan we daar nou serieus op wachten terwijl we allang weten wat we moeten doen?
Eenzelfde gevoel van teleurstelling heeft onze fractie bij het hoofdstuk over de energietransitie. De coalitiepartijen zeggen wel dat ze de RES-doelen willen halen, maar het eerste wat ze doen is 10 windmolens om zeep helpen én de gemeenten tegen zich in het harnas jagen, wat de zaak mogelijk nóg verder vertraagt.
Een ander opvallend punt in het akkoord is de wet. Meerdere keren schrijven partijen op dat ze zich aan de wet zullen houden. Soms lijkt dat te betekenen: we zijn best bereid ons aan de wet te houden. Het is bijzonder zorgelijk dat een overheid dat hardop tegen zichzelf moet zeggen. Het zou vanzelfsprekend moeten zijn.
Soms lijkt dat beroep op de wet ook te betekenen: we doen hooguit wat de wet voorschrijft en niet meer dan dat. Daar zakt ons de moed werkelijk van in de schoenen. Want waar is de liefde voor de zaak zelf? Waar is de liefde voor de schepping? Waar is de liefde voor de Schepper?
Voorzitter, we moeten het ook nog even over de nieuwe bestuursstijl hebben. Die nieuwe stijl lijkt als twee druppels water op de stijl van de provincie tot nu toe. Behalve dat er nóg meer gepraat gaat worden voordat er besluiten worden genomen. En dan doemt de vraag op: gaat er nog geregeerd worden in deze provincie? Misschien hebben we juist wel een ouderwetse bestuursstijl nodig. Een stijl met daadkracht, integriteit, beloften uitvoeren, het algemeen belang dienen i.p.v. individuele belangen, zorg voor de zwakken en het zwakke, oog voor de belangen van inwoners die nu nog niet geboren zijn.
Wat die daadkracht betreft: onze fractie was vorige week blij met de kennismaking met mw. Grijsen. Aan mijn tafel werd aan alle kandidaten gevraagd waar ze blij van worden. De vijf mannen antwoorden keurig dingen als “luisteren” en “samenwerken” en “mensen betrekken”. Maar mw. Grijsen zei doodleuk: “ik word blij van het bereiken van resultaten”. En ze noemde als concreet voorbeeld de geluidswal bij Bathmen. Zo zie je maar weer, je hebt diversiteit nodig om na al het praten en koffiedrinken ook gewoon tot daden te komen.
Voorzitter, het nieuwe coalitieakkoord ligt er. Schouder aan schouder. U heeft wel gemerkt dat de ChristenUnie nog niet warm wordt van het akkoord. Maar het college zit er wel vanaf vandaag en zal aan de slag moeten. Wij wensen het college veel werkplezier toe en wijsheid in de vele zaken die op haar afkomen. We hopen van harte dat de coalitie en het college hun verantwoordelijke werk met open vizier gaan doen, gericht op een toekomst voor de mensen die ná ons komen. Waar dát het uitgangspunt is van deze coalitie en dit college, vindt ze de ChristenUnie op haar pad.