ChristenUnie Overijssel wil weten wat er gedaan wordt tegen het afnemende aantal agenten

politiemaandag 04 december 2017

De ChristenUnie in Overijssel wil weten wat de gevolgen zijn van de dalende inzet van de politie door het afnemende aantal agenten en de vergrijzing bij de politie in Overijssel. Fractievoorzitter Jan Westert heeft daarover vragen gesteld aan het college.

De ChristenUnie baseert zich op het bericht van politiechef Oscar Dros in De Stentor van 30 november dat de burgers in Overijssel de komende jaren te maken krijgen met een teruggang van het aantal politiemensen en de toenemende vergrijzing van agenten. Dat betekent dat er scherpere keuzes gemaakt moeten worden, bijvoorbeeld niet meer optreden tegen vandalisme. De fractievoorzitter van de ChristenUnie wil weten wat wordt gedaan om tegen het afnemend aantal agenten. Westert wijst er op dat hij in het voorjaar van 2017 in het vragenuur ook vragen heeft gesteld over dit onderwerp. Dat was toen naar een oproep van de gezamenlijke commissarissen. Die oproep werd juist door de politiechef zelf wat gebagatelliseerd.  Uit de reacties die de ChristenUnie van gemeenten en politiemensen ontving, bleek echter dat het toenemende gevoel van afnemende inzetbaarheid werd gedeeld. Het gesprek daarover concentreerde zich vervolgens op ondermijning, dat ook door GS als een toenemend risico op het punt van de veiligheid werd gezien. Op basis van een motie van Westert en Piksen heeft Overijssel daarvoor nu beleid gemaakt. “Nu het bericht over ‘minder agenten en afnemende inzetbaarheid’ weer naar voren komt, blijft dat deel van het veiligheidsvraagstuk urgent”, aldus de Overijsselse CU-voorzitter,

Hij stelt daarom de volgende vragen:

1. Kent u het bericht (Stentor, 30-11-2017) over de teruggang van het aantal agenten? Zo ja, om welke aantallen gaat het? En welke maatregelen worden door de politie zelf geïnitieerd, behoudens dat er beleidskeuzes worden gemaakt om niet meer op te treden? Bent u het met ons eens dat zulke beleidskeuzen eigenlijk alleen een beleid van ‘het paard achter de wagen’ zijn, waarvoor we op termijn de rekening moeten betalen?

2. Kunt u inzicht geven hoe de afname van politie inzet is verdeeld over de gemeenten in Overijssel? Wordt daarbij het landelijk gebied ook zwaarder getroffen dan de steden en is er inzicht in de gevolgen?

3. Wat betekent een afnemend aantal politiemensen, alsmede de vergrijzing van de zittende agenten voor de  politie-inzet voor de werkdruk binnen politieteams? Het lijkt erop dat de afnemende politie-inzet op deze manier een zichzelf vervullende profetie wordt, waardoor de zichtbaarheid van de politie in de toekomst nog verder zal afnemen. Klopt dit beeld? Hoe is het beleid gericht op versterking van het aantal agenten?

4. Wat zijn de bestuurlijke acties vanuit Overijssel, de burgemeesters, de VNG, de Veiligheidsregio om de problematiek van afnemende politie-inzet op bij de minister aan de orde te stellen? Hoewel de openbare orde en veiligheid niet tot het primaire taakgebied van de provincie behoort, vernemen wij ook graag welke inzet de provincie kan plegen om een ‘veilige rechtsstaat’ voor onze inwoners te bevorderen?

5. Kan GS - in overleg met de Veiligheidsregio - PS breder en diepgaander informeren over de ontwikkelingen op het terrein van veiligheid in Overijssel, bijvoorbeeld in de Commissie Openbaar bestuur? 

« Terug

Archief > 2017 > december

Geen berichten gevonden